Kinderen tot 18 jaar zijn minderjarig en mogen zelf nog geen belangrijke beslissingen nemen. Die beslissingen moeten de ouders met gezag nemen. De ouders met gezag bepalen bijvoorbeeld waar het kind woont en of het kind naar het buitenland mag verhuizen.
Is het kind tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap geboren, dan hebben de ouders automatisch (van rechtswege) het gezamenlijk gezag. Is het kind geboren vóór het huwelijk of geregistreerd partnerschap? Dan hebben de ouders het gezamenlijk gezag als het kind door de andere ouder is erkend en de ouders daarna zijn getrouwd of geregistreerd partner zijn geworden. Ook na een scheiding blijven de ouders het gezamenlijk gezag uitoefenen, tenzij de rechter anders beslist.
Is het kind geboren en zijn de ouders niet getrouwd of geregistreerd partner, dan heeft alleen de biologische moeder automatisch het eenhoofdige gezag. Bij kinderen die voor 1 januari 2023 zijn geboren of erkend, geldt dat als de andere ouder ook het gezag wil, hij of zij na erkenning van het kind dat moet aanvragen bij de rechtbank. Dat kan met moeder samen digitaal via het gezagsregister, of schriftelijk bij de rechtbank. Als de moeder geen toestemming geeft, kan de andere ouder bij de rechter een verzoek tot gezamenlijk gezag indienen. Voor deze procedure is een advocaat nodig.
Voor kinderen die vanaf 1 januari 2023 zijn geboren of erkend, geldt dat de erkennende ouder automatisch ook gezag krijgt, tenzij de ouders dat anders overeenkomen. Ook voor deze kinderen geldt dat wanneer de biologische moeder geen toestemming voor erkenning en gezag geeft, de andere ouder bij de rechter een verzoek om vervangende toestemming kan indienen. Daar is ook een advocaat voor nodig.
Bovenstaande regels zijn het Nederlandse recht. Is het kind in het buitenland geboren of heeft het kind in het buitenland gewoond? Dan kan dit gevolgen hebben voor het gezag. Ieder land heeft zijn eigen regels. Neem contact op voor meer informatie of advies in uw situatie.
Bij gezamenlijk gezag wordt het ouderlijk gezag door beide ouders uitgeoefend. De ouders moeten alle belangrijke beslissingen over hun kind samen nemen. Er is toestemming van beide ouders nodig voor bijvoorbeeld een verhuizing of reis naar het buitenland.
Bij eenhoofdig gezag wordt het ouderlijk gezag door één ouder uitgeoefend. De ouder met eenhoofdig gezag neemt alleen de belangrijke beslissingen over het kind. Er moet wel rekening worden gehouden met het contact/de omgang tussen de ouder zonder gezag en het kind. Ook heeft de ouder met gezag een informatieplicht tegenover de ouder zonder gezag.
Ouderlijk gezag en voogdij zijn allebei vormen van gezag. Wordt het gezag door een ouder uitgeoefend, dan spreken we van ouderlijk gezag. Wordt het gezag door een ander dan de ouders uitgeoefend, dan spreken we van voogdij. Dit kan bijvoorbeeld zijn na het overlijden van (een van) de ouders of wanneer de ouders (tijdelijk) het gezag niet kunnen uitoefenen.
Het gezag stopt automatisch wanneer kinderen 18 jaar worden. Het gezag kan ook eerder wijzigen door een uitspraak van de rechter.
Op verzoek van een van de ouders kan de rechter het ouderlijk gezag wijzigen. De rechter kan het gezamenlijk gezag wijzigen naar eenhoofdig gezag, of omgekeerd. Voor deze procedure is een advocaat nodig. Meer informatie over de procedure vindt u op website van de Rechtspraak.
Ook kan de rechter het ouderlijk gezag beëindigen. Een jeugdhulpinstelling of de pleegouders krijgen dan de voogdij over het kind.
Het gezamenlijk gezag kunnen ouders aanvragen bij de rechtbank via een formulier. Dit kan digitaal of schriftelijk. Een advocaat is niet nodig. Meer informatie vindt u op de website van de Rechtspraak.